Spaghetti met kipfilet

 

Dit smakelijk gerecht zet je in een mum van tijd op tafel.

Het is bijzonder gezond omdat het o.a. geen vet bevat en een korte bereidingstijd heeft. En het is ontzettend leuk om te maken. Daarnaast is het recept een mooie harmonie: De bosui zorgt voor een ietwat bittere smaak, de knoflook zorgt voor de smaakbreedte, de chili's voor de kracht, de citroen voor het zuur en het zout voor de smaakontwikkeling van de verschillende ingrediënten. Met minimale ingrediënten bereik je zo een vol smakend gerecht, waarbij niets elkaar in de weg zit.

De ingrediënten (voor drie personen) :

  • 3 flinke bosuien (één bosui per persoon)
  • 375 gram kipfilet (per persoon circa 125 gram)
  • 3 tot 6 teentjes knoflook (per persoon 1-2 teentjes)
  • 3 grote rode chili pepers (per persoon één chili peper)
  • 1 citroen , nodig voor het sap (per persoon heb je een dessertlepel sap nodig)
  • zeezout


Was de bosui en snij een klein stukje van de eindjes (aan de groene kant) er af, die gebruik je niet.

De bosui kun je heel luk gesegmenteerd snijden: Hierbij zet je het mes onder een hoek van 30 tot 35 graden in de stengel en snij je dus schuin stukjes af.

Deze snijtechniek heeft een belangrijk voordeel: Je krijgt meer contactoppervlak en kan dus meer smaak uit de ui halen.

Als je aan het worteleind bent aangekomen hou je de worteleindjes over. Die gebruik je niet.


Breek 3 tot 6 dikke teentjes van de knoflook af. Schil ze en snij ze in kleine stukjes.

Tijdens het snijden van de knoflook worden de celwanden in de knoflook beschadigd en komen vluchtige smaakstoffen vrij. Die ruik je. Deze smaakstoffen binden heel snel met het zuurstof in de lucht en vormen zo een bittere smaak. Dat is jammer, want je wilt juist de mooie smaak van de knoflook behouden voor je gerecht. Welnu, als je zeezout toevoegt zal deze binden met de smaakstoffen in de knoflook en blijft de smaak behouden. Dit is een oud trucje, en sinds ik het weet en toepas doe ik het altijd zo. Het verschil is verbluffend.


Van de chili pepers snij je de groene steeleinden af, die worden niet gebruikt.

Snij de chili's in de lengte door.

In chili's zitten peperdeeltjes. Die deeltjes binden heel goed met olie en vet. In je huid zit van nature vet (gelukkig maar) en die peperdeeltjes kleven dus echt heel goed aan je handen. Nadat je met pepers gewerkt hebt loop je de rest van de dag met "peperhandjes" rond. Niet fijn.
Welnu, als je vooraf je handen inwrijft met olijfolie zullen de peperdeeltjes aan die olie binden. En naderhand was je de olie, inclusief de peperdeeltjes weg en je handen zijn "peperschoon". Een beproefde keukentruc.
Nog iets over pepers: Bak ze voordat je ze kookt. Ik wil hiermee zeggen dat je een peper bij het gerecht doet als het nog bakt, dus er olie of vet is waar de peper mee kan binden. Op die manier voorkom je dat er te veel peperkracht in het stukje chili blijft zitten, waardoor je, als je zo'n stuk je tijdens het eten in je mond krijgt, ineens een heel sterke pepersensatie krijgt. Zo'n "verrassing" wordt niet vaak op prijs gesteld.

Met een klein lepeltje schraap je heel gemakkelijk de zaadlijst uit de chili. Beweeg het lepeltje van je af, op die manier komen de losspringende chili-sappen niet in je ogen. Die sappen bevatten peperdeeltjes en die zijn niet fijn in je ogen.

Van één chili helft laat ik de zaadlijst in de chili zitten. Ik wil een beetje pepersmaak behouden.

Ik heb het wel de hele tijd over de zaadlijst en peperdeeltjes, maar hoe zit het nu eigenlijk?
Nou, eigenlijk is het heel makkelijk: De feitelijke peperkracht (capsaïciden) zit in de zaadlijst van de chili (op onderstaande foto in de linker hoek). In de zaadjes zit weinig peperkracht, en in de schil en het schilvlees (dat ietwat zoet smaakt) zit nauwelijks peperkracht. Met het verwijderen van de zaadlijsten haal je dus peperkracht weg.

Snij de chili's in kleine stukjes.


Snij de kipfilet in lange smalle repen van circa 1 centimeter breed en hoog.

Mocht een reep een dik uiteinde hebben, snij dat dan netjes af.

De bedoeling is repen te maken die allemaal even dik en hoog zijn. Op die manier weet je dat ze allemaal tegelijk gaar zullen zijn. Bij kippevlees is dat belangrijk.


Zet een flinke pan met water op en breng het water aan de kook. Zodra het kook voeg je een handje zeezout toe. Niet eerder, want dan tast het zout de pan aan.
Zodra het water weer kookt (het zout verhoogt het kookpunt van 100 naar circa 103 graden Celsius) voeg je spaghetti toe. Neem zo veel als je voor het recept nodig hebt. Reken 100 gram spaghetti per persoon. Kook de spaghetti niet tot ze helemaal gaar is, want dan wordt het straks een knoeiboel: De spaghetti zou een kleverige bal gaan vormen.
Zodra de spaghetti in de pan is kun je de saus maken. Voor de saus heb je namelijk maar 8 minuten nodig, en dus gaat dat heel snel. Zet dus vooraf de ingrediënten klaar.

In een braadpan verwarm je zes lepels heel goede olijfolie (per persoon twee eetlepels). Laat de olie niet te warm worden, dan zou de mooie smaak van de olie verbranden. Je neemt heel goede olijfolie (extra vierge/vergine) omdat deze de basis voor de saus is en je straks in het gerecht goed kunt proeven. Dat is een van de aspecten waarom dit zo'n heerlijk recept is.

Bak de chili een paar minuten. Hierdoor komen de peperdeeltjes los en verspreiden ze over de olie. Hierdoor voorkom je dat er te veel peper aan de chili blijft kleven, en je dus niet op een pittig stukje zou happen.

Voeg de kipfilet toe en bak deze in circa 5 minuten rondom aan.

Voeg de knoflook toe en bak die in minuut mee.

Nu de bosui erbij.

De bosui hoeft maar drie minuten mee te bakken, dan is het meest scherpe smaakje er af.

De spaghetti erbij.

Een beetje citroensap erbij (circa 1 dessertlepel per persoon).

En serveren...


(c) Copyright Koken Met Aschwin - http://koken.met.aschwin.net/